donderdag 26 januari 2012

In Nederland gebeurde het tien jaar later

Wat nu de Britse folkboom van de jaren '60 wordt genoemd, had zijn oorsprong eigenlijk al eerder. Ewan MacColl was in de jaren '50 reeds actief als volksmuziek-propagandist. Voor MacColl en andere bekende liefhebbers uit die tijd, zoals de zanger en verzamelaar Bert Lloyd, was volksmuziek een middel om de arbeidersklasse te emanciperen en van een eigen culturele basis te voorzien. Het platenlabel Topic, nu nog steeds een belangrijke promotor van folkmuziek, kwam min of meer voort uit de communistische partij.  De link tussen folk en politiek is een aparte studie waard.
Wat echter ook blijkt is dat de band tussen politiek en folk beperkingen met zich mee bracht. Ewan MacColl stond er om bekend dat hij er strenge regels op na hield met betrekking tot wat er wèl en nìet kon in zijn Singer's Club. Britse muzikanten die Amerikaanse muziek speelden werden verketterd. Ze verkwanselden hun eigen cultuur, in de ogen van McColl.
In de jaren '60 ontwikkelde zich echter een stroming binnen de folkmuziek die aan dit purisme geen boodschap had. Bert Jansch en Davey Graham hadden zich al nooit veel aangetrokken van McColl's oekazes. Aanvankelijk speelden ze vooral muziek van Amerikaanse oorsprong en Graham had begin jaren zestig al de Indiase muziek ontdekt. In hun voetspoor experimenteerde een groeiende menigte muzikanten er naar hartelust op los. Pentangle mengde jazz en folk en uiteindelijk vond Fairport Convention eind  jaren '60 de Britse folkrock uit. 'A sailors life' op het album 'Unhalfbricking' uit 1969 wordt algemeen beschouwd als het begin daarvan.

Wat gebeurde er ondertussen in Nederland, wat folkmuziek betreft?
In eerste instantie niet heel erg veel. Er was in de jaren '60 maar één gelegenheid die je met een beetje goeie wil een folkclub zou kunnen noemen: de Waag in Haarlem, waar Cobi Schreijer resideerde. Ik ben er zelf nooit geweest, maar ik vermoed dat Schreijer het gebeuren in de Waag min of meer had gemodelleerd naar de Singer's Club. Politiek was in de Waag ook altijd op de achtergrond aanwezig. Al ging het dan misschien wat Cobi betreft meer over feminisme dan over linkse idealen. Ze haalde onder andere Pete Seeger en Paul Simon (waar toen nog niemand van gehoord had) naar Nederland. Ook Boudewijn de Groot was er vaste gast.
Het televisieprogramma 'Andere Tijden' besteedde in 2006 een aflevering aan Elly en Rickert Zuiderveld. De eerste helft daarvan biedt en passant een indruk van de sfeer in de Waag.
Hoewel Cobi Schreijer haar carrière was begonnen als vertolkster van het Oud-Hollandse lied, speelde traditionele muziek geen grote rol in de scene rond de Waag. Het was vooral de singer-songwriter en zelfs de chansonnier die er de sfeer bepaalde.
Een buitenbeentje in die periode vormde CCC inc. dat eind jaren '60 een mengsel speelde van Amerikaanse folk, Dylan-covers en eigen werk.
Daarnaast waren er rond die tijd diverse Nederlandse groepen die Engelse en Ierse traditionele muziek speelden; Crackerhash is een naam die me te binnen schiet.
Sommige van die groepen speelden zelfs in Engeland. Af en toe werd er bij die gelegenheden gevraagd waarom men eigenlijk geen muziek uit de Nederlandse traditie speelde. Daar hadden de meeste Nederlandse folkmuzikanten aanvankelijk geen antwoord op.

Toch hield de vraag een aantal van hen bezig. Halverwege de jaren '70 begonnen Nederlandse folkies serieus werk te maken van Nederlandse volksmuziek. Men merkte op dat Ate Doornbosch al sinds de jaren '50 bezig was met het verzamelen van Nederlandse volksliederen, analoog aan de manier waarop mensen als Cecil Sharp en Alan Lomax dat eerder in Engeland en Amerika hadden gedaan.
Het werk van Doornbosch werd één van de voornaamste bronnen voor wat ik de Nederlandse folkboom van de jaren '70 zou willen noemen. In korte tijd gingen veel folkmuzikanten, die eerst Engels en Amerikaans repertoire hadden gespeeld, over op Nederlandse volksmuziek. Ik heb er destijds een flink aantal gezien in de Dordtse folkclub en op diverse festivals. Omdat veel van de betrokken muzikanten al jaren speelden, was de muziek over het algemeen van behoorlijke kwaliteit.
Desondanks springen een paar bands en artiesten er wat mij betreft uit.
Alfred den Ouden, gek genoeg geboren in Dordrecht, maar sinds de jaren '70 woonachtig in België, nam in 1973 zijn eerste album op. De zang is wat stijf, maar in essentie is 'Zondagmorgen toen kregen wij de loods aan boord' een lied dat qua melodie niet onderdoet voor de mooiste angelsaksische ballades.
De groep Wargaren produceerde in 1976 het album 'Met stille trom'.  Een plaat die liet zien dat Nederlandse folkmuziek ook een poëtische kant had. 'Er zou er een meisje gaan halen wijn' bevat alle ingrediënten van een klassieke traditional, waaronder een vleug niet geheel van moralisme gespeende levenswijsheid en een link met de natuur.

Uit Wargaren kwam Wolverlei voort. De groep vertegenwoordigt de Nederlandse traditionele folk op het toppunt van zijn ontwikkeling. Hun eerste plaat uit 1978 bevat het nummer 'Willigeboompjes'. Omdat de basis mede wordt gelegd door een electrische bas begint het een beetje op folkrock te lijken.
De enige echte folkrockband die Nederland heeft gekend is echter het onvolprezen Fungus. We kunnen Fungus rustig de Nederlandse Fairport Convention noemen. Hun combinatie van folk en rock is eigenlijk van dezelfde muzikale kwaliteit. In 1974 had de band zelfs een klein hitje met 'Kaapren varen'.
Als blijk van Fungus' kunnen en ook om de vergelijking met FC te staven is 'Te Vlissingen' van de 2e plaat 'Lief ende Leid' uit 1975 (die titel doet me aan een andere plaat denken, overigens) een mooier voorbeeld.

Ondanks de hoge kwaliteit van de muziek hield de Nederlandse folkboom weer even snel op als ie begon. Begin jaren '80 was het grotendeels voorbij. Zonder blijvend voet aan de grond te hebben gekregen verdween de Nederlandse traditionele folk letterlijk van het toneel.
De vraag waarom in Nederland geen ruimte is voor een blijvende en levende muzikale traditie, zoals die in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Verenigde Staten wel bestaat, is misschien stof voor een volgende beschouwing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten