vrijdag 30 maart 2012

Waarom de EU moet blijven

















In de afgelopen tijd heeft het Verenigde Europa weer flink ter discussie gestaan. Niet voor de eerste keer. Eerder was de Europese 'grondwet' steen des aanstoots en in de eerste jaren na de invoering van de Euro werd er ook steen en been geklaagd. In ieder geval in Nederland.
Het was echter voor het eerst dat er serieus werd gepraat over het verlaten van de Unie. Om de wenselijkheid daarvan te onderstrepen kwam onze eigen nep-blonde volksmenner een paar weken geleden met een onderzoek dat moest aantonen dat we met de gulden beter af waren dan met de Euro.
Inmiddels lijkt het erop dat het stof weer een beetje is neergedaald. Griekenland is voorlopig gered en de beurzen leven weer wat op. In dit laatste ligt een relatie met het punt dat ik deze keer over het voetlicht wil brengen.

Ik ben altijd een groot voorstander geweest van de EU. Dat Europa al ruim 60 jaar geen oorlogen meer heeft gekend, maar inplaats daarvan een welvaart heeft bereikt die bijna nergens ter wereld wordt geëvenaard, is in aanzienlijke mate te danken aan het bestaan van de EU.
Ik heb echter altijd één zorg gehad met betrekking tot de Unie. Juist omdat die in eerste instantie is ingegeven door economische motieven (men startte als de EGKS, de Economische Gemeenschap voor Kolen en Staal). Die zorg was dat de EU vooral een unie zou worden waarvan het beleid wordt bepaald door marktdenken.
In die zin wordt het nu tijd om actie te gaan nemen, lijkt mij. Jammer genoeg zijn we daarin mede afhankelijk van de politieke kleur van de regeringen die in de lidstaten aan de macht zijn, maar ik roep het toch maar even. Het zou zomaar uw keuze bij de eerstvolgende verkiezingen voor de tweede kamer mede kunnen bepalen..

Het Verenigd Europa van dit moment is nog teveel in de greep van de markt. Zoveel is zeker. Dat in de Europese Unie een gezonde begrotingsdiscipline voorop moet staan en dat we aberraties zoals in Griekenland in de toekomst moeten voorkomen staat buiten kijf.
Maar de draconische manier waarop dit nu vorm krijgt, maakt duidelijk waar op dit moment de werkelijke macht ligt. De ijzeren begrotingsdiscipline die de boventoon voert en waar we inmiddels zelfs in Nederland last van krijgen, heeft vooral tot doel de financiële markten tevreden te stellen. Of beter gezegd: ze af te houden van doelgericht speculeren op het failliet van bepaalde EU-leden. Voor het goede begrip: dat zijn dezelfde financiële markten die in aanzienlijke mate verantwoordelijk zijn voor de crisis die tot de genoemde begrotingshysterie heeft geleid.
Als we die twee dingen even naast elkaar zetten blijkt eigenlijk pas goed in wat voor een bezopen situatie het kapitalistische Europa zichzelf heeft gemanoeuvreerd.

We beginnen het punt te naderen waarop niet langer regeringen bepalen wat er in hun land of in Europa gebeurt. De macht komt steeds meer bij grote bedrijven, banken,  hedge-funds en andere speculanten te liggen.
Ook daarom is het belangrijk om de EU overeind te houden. Alleen met een machtsblok als de EU is iets tegen deze sluipende machtsovername te ondernemen. Een Europa dat onderling solidair is, mòet kunnen winnen van een verzameling zakkenvullers, die gezamelijk weliswaar veel invloed uitoefenen, maar in essentie alleen geïnteresseerd zijn in het vullen van hun individuele zakken; niet die van hun concurrenten.
De vraag is of Marx' verelendungstheorie ook in de 21e eeuw nog zou kunnen werken. Niet dat ik de revolutie wil prediken, maar nu overal in Europa Jan Modaal, en alles wat daar nog onder zit, behoorlijk dreigt te worden uitgeknepen, valt niet uit te sluiten dat de politieke kleur van veel regeringen op niet al te lange termijn gaat veranderen.

Als het zover komt, dan is ook het moment aangebroken om de EU om te vormen tot een orgaan dat de financiële markten alle hoeken van de kamer kan laten zien. Als bovendien Obama een tweede termijn als president van de VS wordt gegund, dan kan ook aan de andere kant van de oceaan de beuk er in.

Het kan. En het hangt mede van uw stem af.


dinsdag 13 maart 2012

Opleuken














Dit wordt een calvinistisch stukje.
Het Calvinisme is niet ouderwets of verwerpelijk. Het wordt de nieuwe trend voor de jaren '10 van de 21e eeuw. Wat is het Calvinisme? Het is voor zuinig zijn met wat je hebt en voor goed rentmeesterschap. Het is voor recht door zee en er niet omheen draaien. Het is voor doe maar gewoon dan doe je gek genoeg. Het is ook nog tègen een aantal dingen, die ik kortheidshalve maar even achterwege laat.
Maar goed: u bent gewaarschuwd.

Waar ik het even over wil hebben: de Engel van 's-Hertogenbosch. U kent haar wel. Al in het voorjaar van 2011 kwam ze in het nieuws, toen de restauratie van de Sint Jan kathedraal in Den Bosch werd afgerond met het plaatsen van dit  beeld van een pedante tante die belt met een mobiele telefoon. Nou ja; pedant: beperkt tot het hoofd en recht van voren (zie de foto bij deze link) glimlacht ze nog heel bescheiden en allebeminnelijkst. Dat is echter niet het perspectief waarmee wij, gewone stervelingen, tegen haar aan moeten kijken. Van onder gezien (zie hierboven) staat ze erbij als de moderne carriërevrouw. Degene die ze aan de lijn heeft kan haar niet zien, maar haar lichaamstaal straalt iets uit waar de beller aan de andere kant van de lijn rekening mee dient te houden. "Wat is nu eigenlijk je probleem? Maak het kort; ik heb weinig tijd!" Mevrouw neemt een houding aan die een engel niet past, wat mij betreft. Wat eerst een lieve glimlach was, wordt een uiting van minachting.

De Sint Jan van Den Bosch is een monumentaal gebouw. Het hoogtepunt van de Brabantse Gothiek. Het is sinds de late middeleeuwen  één van de sterkste uitingen van geloof, ambachtelijkheid en doorzettingsvermogen die in Nederland te vinden zijn. Dat geloof in combinatie met dat doorzettingsvermogen mag ons nu naief lijken; als een belangrijk stuk cultureel erfgoed en een voorbeeld van hoe devoot het Nederlandse volk ooit was, verdient het zo veel mogelijk in originele staat bewaard te blijven.
Het relativeren van dat kinderlijke geloof is een goede zaak; het belang van godsdienst in de moderne tijd kan wat mij betreft niet genoeg worden ondergraven. Dat dient echter naar mijn idee niet te gebeuren door het opleuken van een monumentaal gebouw met een bellende engel.
Je zou denken dat 'relativeren' bij de kerkelijke authoriteiten, die tenslotte hebben besloten tot de plaatsing, niet aan de orde was. Dat is ook niet te verwachten, nu er een nieuwe golf van conservatisme door de Katholieke Kerk waart.
Wat was dan het motief dat tot plaatsing van de engel heeft geleid? Nou, dat zit zo: engelen  onderhielden van oudsher de communcatie tussen het opperwezen en zijn schepselen. En omdat de kerk toch 'eigentijds' uit de hoek wil komen, doet deze engel dat met een mobieltje. Dat was zo'n beetje de redenatie.
Via een omwegje blijkt er toch sprake van ironie. "Geloof met een glimlach", noemt de parochie dat.
Desondanks: net zo min als engelen in Mozes' tijd met brieven heen en weer vlogen, hebben ze heden-ten-dage een mobiele telefoon nodig, natuurlijk. Een beetje Godheid is volledig telepatisch, net zoals zhaar engelen.
Ja maar; wij mensen kunnen dan toch bellen? De meesten van ons zijn niet telepathisch en bovendien zijn we tegenwoordig te ongeduldig om te wachten tot de engel aan ons verschijnt, zoals in minder hijgere tijden de normale gang van zaken was.
En inderdaad; bijna een jaar na plaatsing komt bij de kerk de aap uit de mouw. De engel kan ècht worden gebeld, zo heeft de parochie ons laten weten. Niet voor niks natuurlijk; een 0900-nummer kost geld. Voor 80 cent per minuut kan "een boodschap aan de hemel worden doorgegeven".
Boodschappen aan de hemel doorgeven; hier wordt de grens tussen een geintje en bloedige ernst wel erg vaag. We hebben hier tenslotte te maken met de Moederkerk, niet met Sinterklaas of een natuurgodsdienst.

Ziehier een kerk in verwarring. Haar dienaren hebben op grote schaal gerommeld met minderjarige jongetjes. Een verlichte geloofsopvatting wordt niet op prijs gesteld, evenmin als het gebruik van voorbehoedsmiddelen of het praktizeren van de herenliefde. Om dit te compenseren biedt de kerk vanaf heden de mogelijkheid om boodschappen door te bellen aan de hemel.

Als we nog even afwachten, zijn er binnenkort ook weer aflaten te koop, denk ik.

donderdag 8 maart 2012

De Goddelijke Kale















De laatste dagen is de historische zege van Pim Fortuyn tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002 uitgebreid herdacht. De aandacht richtte zich daarbij vooral op het beroemde debat na afloop van de bewuste verkiezingsavond, waarbij 'oude' politici als Melkert en Dijkstal volledig de mist ingingen door hun sjaggerijn bij de confrontatie met Fortuyn's uitbundige presentatie.
Zoals al jaren de trend is bij de media, was er geen of weinig aandacht voor het inhoudelijke of programmatische. Het ging vooral over imago's die tot enorme proporties waren gegroeid of hopeloos uiteen waren gespat. Daarbij bleef Fortuyn vanzelfsprekend de held die hij in 2002 voor degenen die op hem stemden al was. Alleen leek hij nu voor elke willekeurige talkshowhost óók een bewonderenswaardig icoon. Een mediabeest, zoals de Nederlandse politiek er nog nooit één had meegemaakt. Véél beter nog dan Geert Wilders. En dat wil voor sommigen wat zeggen.
Bij Pauw en Witteman werd een voorzichtige poging gedaan de inhoud van Fortuyn's politieke programma te duiden, maar dit verzandde ook al snel in geneuzel over de boosheid en de passie die een politicus moet kunnen tonen. En dat Fortuyn dat kon, staat buiten kijf. Degene die nog het dichtst bij de politieke betekenis van Pim Fortuyn kwam, was Jan Marijnissen. Niet vreemd, natuurlijk. De SP was en is één van de weinige politieke partijen die de ideologische veren nog steeds niet helemaal hebben afgeschud en juist vanuit zijn linkse wereldbeeld kan iemand als Marijnissen als geen ander de vinger leggen op de zere plekken van wat je Fortuyn's ideologie zou kunnen noemen.

Ach ja; het is tien jaar geleden en over de doden niets dan goeds, natuurlijk.
Desondanks heb ik ernstige behoefte om naast het hagiografisch gekreun over de Goddelijke Kale het één en ander te melden over wat naar mijn mening de zwakke kanten van Fortuyn's verhaal waren.

De titel van één van Fortuyn's boeken, 'De verweesde samenleving', doet vermoeden dat hij van mening is dat een samenleving spreekwoordelijke ouders nodig heeft. Entiteiten die warmte, zekerheid en richting geven aan het verwarrende en ongewisse leven van de hedendaagse burger. Volgens Pim ontbraken die entiteiten in het Nederland van de jaren '80 en '90 (het boek verscheen in 1995).
Als Fortuyn de gevolgen daarvan opsomt, valt niet te ontkennen dat hij trefzeker een aantal pijnpunten in de Nederlandse samenleving benoemt. Het gebrek aan idealisme, de verveling, het ontbreken van echte vernieuwingsdrang, de problemen van de multiculturele samenleving en de afnemende sociale samenhang komen aan de orde.
Dat het allemaal zover is gekomen met Nederland schrijft F, vooral op het conto van de linkse elite. Hoewel Fortuyn een lange mars door de instituties achter de rug heeft (hij begon zijn carriëre als een uiterst linkse socioloog) maakt hij daarmee duidelijk dat de oplossing voor al deze verweesdheid niet aan de linkerzijde van het politieke spectrum moet worden gezocht. Na lezing weet je ook meteen waar de onverholen haat tegen 'links' (met als laatste incarnatie het gezwatel over 'linkse hobbies') van de laatste jaren vandaan komt.
Daarbij wordt even vergeten dat er na de kabinetten Den Uyl uit de jaren '70 en begin jaren '80 eigenlijk geen linkse kabinetten meer zijn geweest. Tussen '82 en '94 hebben vooral CDA en VVD de politieke dienst uitgemaakt. Toen 'Paars' in 1994 aan de macht kwam, was de PvdA zijn ideologische veren al kwijt. Zo links waren de jaren '80 en '90 dus helemaal niet; het beleid varieërde van links- tot rechts-liberaal met hier en daar een toefje christelijkheid.

Maar goed. Wat dacht Pim in de plaats te stellen voor het door de kruideniers van Paars gevormde Nederland? Zijn eigen variant van de zorgzame samenleving, als we hem mogen geloven. De term is gek genoeg gemunt door Elco Brinkman, maar Pim zou hem verzonnen kunnen hebben.
Wie de uitwerking daarvan bekijkt, moet toch constateren dat het een vreemd en omsamenhangend mengsel van ideeën is. Tegenover het voorstel alle drugs te legaliseren staat de wens tot terugkeer naar een samenleving zoals we die in de jaren '50 kenden. In politieke termen: een corporatistische samenleving, waar iedereen zijn plek heeft en kent. Om een voorbeeld te noemen: de plek van de vrouw is in principe achter de aanrecht; alleen bij gebleken uitzonderlijke kwaliteiten mag zij daarachter vandaan komen.
Pim hecht veel belang aan 'normen en waarden' (misschien heeft Balkenende het boek ook gelezen). Hij  ziet tevens een rol weggelegd voor een "vaderfiguur". Dat bedoelt hij letterlijk: een sterke mannelijke leider is wat Nederland nodig heeft.
Die constatering roept meteen dat zwaaiende vingertje uit het autoraampje weer in gedachten. "IK word minister-president van dit land!"
In combinatie met dit conservatisme etaleert Pim een grenzeloos vertrouwen in het bedrijfsleven. Dàt wordt de maatschappij ten voorbeeld gesteld als het gaat om efficiëntie en oplossingsgerichtheid. Inmiddels is wel gebleken dat het bedrijfsleven ook zo zijn uitwassen kent en los daarvan was de vergelijking van meet af aan al onzinnig: een bedrijf is geen samenleving en de samenleving is geen bedrijf.
Daar komt nog bij dat Pim, bij alle zekerheden voor de burger die hij in de aanbieding heeft, toch de bijl wil zetten in zekerheden die door de gemiddelde burger juist erg op prijs worden gesteld. De professor stelt namelijk de 'contractmaatschappij' voor. Onderdeel daarvan is dat iedere werknemer een contract voor vijf jaar krijgt, inplaats van een vast dienstverband.
Om zijn argumenten kracht bij te zetten wijst Pim er regelmatig op dat de Nederlandse maatschappij nog maar een paar stappen verwijderd is van totale ontwrichting en dat er snel en oplossing moet komen. De teneur is duidelijk: professor Pim heeft die oplossing. Dat soort redeneringen stemmen mij altijd achterdochtig. Er zijn in de geschiedenis wel meer leiders geweest die de dooddoener "Ik of de chaos" hanteerden. Achteraf bleken het meestal gesels der mensheid, inplaats van onzelfzuchtige weldoeners.

En dit is dan nog slechts Pim's geschreven programma.
In de paar maanden dat hij bezig was met het opbouwen van een politieke organisatie, werd eigenlijk al duidelijk waar de praktische zwakte van zijn ideologie zat. Hij liet de strijd voor zijn warm-idealistische samenleving financieren door vastgoedjongens als Harry Mens en andere kapitaalkrachtige opportunisten.
En zegt u eens eerlijk: denkt u dat Harry Mens ook maar één seconde aan een zorgzame samenleving heeft gedacht toen hij de partijkas van de LPF spekte?
In de aangehaalde uitzending van P&W zat hij nog steeds te zeuren over een paar miljoen die hij weer terug had willen hebben nadat Pim het tijdelijke voor eeuwige had verwisseld. Mens had namelijk een lijntje met Pim, de toekomstige sterke man van Nederland, en niet met het gepeupel dat in zijn kielzog een zetel in de 2e kamer had bemachtigd. Om over de verweesde Nederlandse burger maar te zwijgen.

Het verhaal van Pim klopte niet. Zijn maatschappij zou nog minder maakbaar zijn gebleken dan die van Joop den Uyl en had waarschijnlijk heel wat meer onrechtvaardige scherpe kantjes gehad dan die laatste.
Goed, dan heb je een charismatisch leider en wordt politiek niet meer met meel in de mond bedreven. Maar wat is de winst? Toch was het volk bij Pauw en Witteman, misschien met uitzondering van Jan Marijnisse, nog steeds het meest onder de indruk van dat charisma.

Niemand had het lef om te zeggen dat de dood van Pim Fortuyn Nederland voor veel ellende heeft behoed.