vrijdag 9 november 2012

Doom and Gloom from the Tomb













Keep the blind down on the window
Keep the pain on the inside
Just watching the dark.
Just watching the dark.
He might laugh but you won't see him
As he thunders through the night
Shoot out the lights.
Shoot out the lights.


Richard Thompson, Shoot out the lights


Eerst vertrok Sandy Denny en daarna Richard Thompson. Fairport Convention, de band die de Britse folkrock had uitgevonden, leek een aflopende zaak te zijn.
Achteraf bleek dat mee te vallen, maar in laatste instantie is het vertrek van Thompson waarschijnlijk wel de grootste aderlating geweest die FC ooit onderging.
RT was één van de oorspronkelijke leden van de band en nog steeds is hij het belangrijkste nog levende lid van de Fairport-familie. Op die familie kom ik waarschijnlijk binnenkort nog wat uitgebreider terug, want de eigenhandig gemaakte biografie van de band staat op het punt van verschijnen. Het kan niet missen, of Het Ondermaanse gaat daar uitgebreid over berichten.

Mijn verhouding met Richard Thompson is in de loop der jaren een tikkeltje gecompliceerd  geworden. In de jaren '70 waren hij en Sandy Denny de idolen van mijn verlate adolescentie.
Ik was geen overmatig vrolijk mens, op de overgang van mijn tiener- naar mijn twintiger jaren. Mijn favoriete schrijver was Willem Frederik Hermans en wie als Nederlander naar Thompsons songs uit de jaren '70 luistert, zou kunnen concluderen dat hij de WFH van de Britse folkrock was.
Thompsons teksten  waren die van een buitenstaander. Vaak cynisch en kil, met een soms nauwelijks verholen mensenhaat. In zijn vroege songs regent het meestal en maar heel af-en-toe breekt de zon even door. Op zich waren ze een perfecte spiegel van de toenmalige Britse maatschappij. De euforie van de jaren '60 was verdampt. De verbeelding was niet aan de macht gekomen;  De hippies waren junkies geworden. Dat gold voor de Britse Eilanden evenzeer als voor het continent. Het Verenigd Koninkrijk zelf was in verval en op de overgang naar de jaren '80 brak het Thatcher-tijdperk aan, dat Engeland min of meer heeft veranderd in een filiaal van de Verenigde Staten. Er was, met name in Groot Brittannië, wel iets om sjaggerijnig van te worden.

Thompsons vertrek uit FC viel zo'n beetje samen met het begin van zijn relatie met Linda Peters, die al jaren bevriend was met Sandy Denny*. De band tussen Denny en Thompson is overigens ook meer geweest dan een vriendschap tussen twee bandleden. Volgens Joe Boyd, toenmalig manager van FC was het Denny die, na haar entree in FC, Thompson tot het schrijven van eigen songs bracht. In de periode direct na het uiteenvallen van Fotheringay was Thompson een tijdje haar steun en toeverlaat. Hij produceerde min of meer haar eerste solo-album en speelde in de begeleidingsband, waarmee Denny in die periode een aantal keren optrad.
Na één echte solo-plaat (Henry the Human Fly, 1972), volgden in een regelmatig tempo tot 1982 zes albums met Linda, die zich inmiddels mrs. Thompson kon noemen. Zeker op de eerste drie albums van die reeks presenteert Thompson muziek die destijds werd gezien als eigentijdse Britse volksmuziek, met de nadruk op Brits. Een voortzetting van de traditie, als het ware. Een nummer als When I get to the Border is daar een goede illustratie van.
Halverwege de jaren '70 bekeerden de Thompsons zich tot de Islam. Wie naar Night comes in luistert, hoort echoes van de verlichting die daar kennelijk uit voortkwam.
Het eind van die serie van zes wordt gemarkeerd door het album Shoot out the Lights, dat door velen wordt beschouwd als het beste album dat Richard & Linda Thompson samen maakten. De titelsong, met een tekst die een soort universele hel-en-verdoemenis lijkt uit te drukken**, is in een aantal opzichten karakteristiek voor de Thompson van die periode. Doom and gloom from the Tomb, zoals sommige critici het noemden.
Shoot out the Lights markeerde ook het einde van het huwelijk met Linda. Thompson had een nieuwe Amerikaanse liefde gevonden en maakte Los Angeles tot zijn nieuwe thuisbasis.

Na zijn scheiding en zijn vertrek naar Amerika ben ik hem een beetje uit het oog verloren. Toen ik eind jaren '90 eindelijk CD's begon te kopen, heb ik de ontstane achterstand een beetje ingelopen.  De muziek bleek wat veelzijder geworden, hoewel de meeste albums nog steeds een mengsel van akoestische en electrische songs zijn. Teksten hebben soms zelfs min of meer vrolijke onderwerpen. Thompson lijkt ouder en milder, hoewel de maatschappijkritiek nooit ver weg is. De productie is wat weelderiger dan die van de platen uit de jaren '70, die vaak uitblonken in spaarzaamheid. Zelfs in de electrische nummers bleef het vaak bij gitaar, bas en drums, waarbij niemand een noot teveel speelde. RT heeft hoorbaar meer zelfvertrouwen gekregen als zanger, maar op de één of andere manier is het geen vooruitgang. Na het vertrek van Denny uit FC nam Thompson noodgedwongen een deel van de zang op zich, maar van harte ging dat niet. Ook op zijn eerste soloplaten klinkt hij niet als een vanzelfsprekende zanger. Toch geef ik de voorkeur aan de zanger van de jaren '70, boven het soms licht barokke geluid van de huidige Thompson.

Over de gitarist Thompson is in de loop der jaren mogelijk nog meer geroemd dan over Thompson de liedjesschrijver. RT beheerst een reeks van stijlen. Van een verfijnd akoestisch folkgeluid tot elektrische solo's die atonale aspecten vertonen. Het intro van Calvary Cross klinkt alsof Thompson zijn gitaar stemt, tot je jezelf realiseert dat het een Ierse slow air is. Joe Boyd (daar heb je hem weer) heeft beweerd dat Thompsons gitaargeluid meer is beïnvloed door het geluid van de (Ierse) doedelzak dan door de blues. Luister (en kijk) eens naar zijn versie van She moves through the Fair.

Ondanks zijn Amerikaanse domicilie is Thompsons muziek nog steeds door-en-door Engels. Dat is ook in het Verenigd Koninkrijk niet onopgemerkt gebleven; in 2011 werd RT door koningin Elizabeth van een lintje voorzien en hij mag zich nu Richard Thompson, esq. O.B.E. (Officer in the Order of the British Empire) noemen.


















Inmiddels is het tweede decennium van de 21e eeuw aangebroken. Ik ben in geestelijke zin een stuk opgeruimder dan veertig jaar geleden en hetzelfde geldt voor Richard Thompson, vermoed ik. Ik kijk met een soort mededogen naar de persoon die ik was toen Thompson zijn eerste soloplaten maakte en met een zelfde soort mededogen luister ik naar zijn muziek. Ik vind die nog steeds prachtig; de pijn en de eenzaamheid waren ècht. Ze zijn weliswaar afgezwakt en vervangen door een zekere rust, maar ik weet nog hoe het voelde. Het blijft bij me; de emotie en de muziek.

De vormende jaren, zullen we maar zeggen. Het blijft frappant hoe vaak vroege ervaringen van de hierboven beschreven soort later eigenlijk nooit meer worden overtroffen.


*   De song Crazy Lady op het album Sandy van Denny gaat over Linda Peters
** Thompson heeft ooit zelf verklaard dat de tekst van Shoot out the Lights is geïnsprireerd door de Russische inval in Afghanistan, begin jaren '80

Geen opmerkingen:

Een reactie posten