dinsdag 5 maart 2013

A day in the life














 

Vandaag was een bijzondere dag.
Hij begon als veel door-de-weekse dagen. Net uit bed liep ik twee kilometer hard. Nou ja, hard.. Ik doe het gemiddeld in 10 min. 45 s. Maar wel drie keer per week. Sinds een paar weken.
Daarna ontbijt met krant; het kabinet gaat simultaanschaken op drie borden, las ik. Met de vakbeweging en de werkgevers (het polderbord), met de oppositie; in dit geval vooral het CDA, volgens de Volkskrant (het oppositiebord) en met SGP, Christenunie en D66 (het paars-christelijke bord).
Dat belooft wat! Vooral nadat ik gisterenavond Ton Heerts van het FNV bij Pauw en Witteman zag. Ton lijkt me iemand die zich heeft voorgenomen om 'm eens flink van jetje te geven. Wat me niet verkeerd lijkt, want uit alle signalen blijkt dat in het geval van deze crisis vooral 'zij die er niets mee te maken hadden' worden bestraft. Een klassieke gang van zaken in de grote mensen maatschappij, maar evengoed een traditie waarmee zo zachtjesaan wel eens gebroken kan worden.
Na ontbijt en krant was de gang naar één van de twee kantoren, waar ik mijn door-de-weekse-dagen slijt en de pretentie hooghoud dat ik iets nuttigs voor de samenleving doe. Soms is dat ook daadwerkelijk het geval. Van tijd tot tijd word ik echter ook hevig getroffen door de onmacht waarmee dit streven gepaard kan gaan. Maar goed; daar heb ik mee leren leven. Ik verlies er geen slaap meer door en ik hoop mijn pensioen te halen zonder te verzuren.

Eigenlijk was vandaag de dag van de tweede wortelkanaalbehandeling.
U weet wel; een maand geleden schreef ik er al over. De afspraak stond voor 15.15 u., in Rotterdam.
Om 13.00 u. begaf ik mij naar het andere kantoor waar ik een ander deel van mijn werkende leven doorbreng. Ik had er een afspraak met iemand die een plan heeft. Ze dacht dat ik misschien kon helpen met de uitvoering. Ik vond het een goed plan, dus dat wordt nog wat.
Het was iets te gezellig. Een half uur later dan gepland, verliet ik dat kantoor weer om pasfoto's te laten maken. Ik ben namelijk aan een nieuw paspoort toe en over een kleine twee maanden lokken er weer verre horizonten. Even na tweeën arriveerde ik bij de fotograaf hier in de V. straat. fotograaf, dacht ik, want voor zover ik wist was er maar één. Maar er is iets veranderd. Wat ik op dat moment overigens niet in de gaten had. Sinds de vorige pasfoto's was er een fotograaf bijgekomen. En omdat hij nèt een paar panden voor die andere zijn winkel heeft, liep ik bij hèm naar binnen.
Dat was het moment waarop de dag van de wortelkanaalbehandeling veranderde in de dag van de fotograaf.

"Waarmee kan ik u van dienst zijn?"
De fotograaf was al behoorlijk op leeftijd. Zijn gezicht kwam me vaag bekend voor, maar hij was duidelijk niet de man die ik me van de vorige pasfoto-sessie herinnerde. Hij had een onmiskenbaar Dordtse tongval.
"Ik wil graag pasfoto's laten maken".
"Dat kan. Loopt u maar even mee".
We liepen naar achteren, waar zijn lampen en zijn camera stonden.
Tot zover was alles nog normaal, hoewel ik me afvroeg waarom dit niet de man was die mij vorige keer had gefotografeerd. Veel tijd om over deze vermeende wisseling van de wacht na te denken kreeg ik niet. Zijn vrouw, die ook in de zaak was, zag de tas waarmee ik altijd naar mijn werk loop. Er staat 'TU-Delft 150' op. Ik heb het ding ooit gekregen toen het instituut 150 jaar bestond.

"Zooo, hebben we hier een TU-doctor?"
Ik draag tegenwoordig een bril, waardoor mijn uitstraling aanzienlijk intellectueler is geworden.
"Ik moet u teleurstellen, mevrouw. Ik heb er alleen maar gewerkt, nooit gestudeerd. Ik ben maar een eenvoudige HTS-er".
De fotograaf was direct geïnteresseerd. "Dus u bent technicus?"
"Ik noem mezelf altijd maar bouwkundige", zei ik.

Dit was voor de fotograaf het signaal tot het starten van een exposé, dat voortduurde zolang ik in de winkel was. Af en toe nam zijn vrouw het even van hem over. Ook zij bleek het één en ander kwijt te moeten. Soms kon ik wat terugzeggen. Nooit meer dan één of twee zinnen; daarna ging de voordracht van dit elkaar perfect aanvullende duo weer verder.
De fotograaf was ooit werktuigbouwkundig tekenaar geweest; een mooi vak. Hij was trouwens in alle vormen van wetenschap en techniek geïnteresseerd.
"Je kunt het zo gek niet verzinnen of ik heb er een boek over".
Ter illustratie verscheen vanuit het niets een lijvig engelstalig boek over biologie.
Ook was hij onder behandeling van een psycholoog geweest.
"Niet dat ik ze niet op een rijtje heb, maar op zeker moment was ik nerveus. Ik kon niet slapen". Vraag mij niet hoe hij op dit punt belandde, maar het was vroeg in zijn verhaal.
Hij was niet godsdienstig. Hij respecteerde echter iedereen die wèl een geloof had. Zijn vrouw: "ik ben echt tégen godsdienst!" Zo hadden zij een kennis in Nieuw-Zeeland, die heel gelovig was. Een lief mens. Om haar een lol te doen gingen ze tóch met haar naar de kerk.
Geweldig land trouwens, Nieuw-Zeeland. Ze hebben er een ontspannen tempo van leven. Overal tijd voor. Zaten ze in op zeker moment ergens midden op het Noord-eiland; moest iemand wat voor hen ophalen in Auckland (zijn vrouw: "Wellington!"). Vierhonderd kilometer heen-en-terug. Doen ze gewoon. Ja, nu hebben ze het hier over die anticonceptiepil die ook helpt tegen pukkels en die niet deugt. Zou in Nieuw Zeeland niet gebeurd zijn. Ze zijn heel ver met voedsel- en warenveiligheid.
Hoelang ze deze winkel al hadden? Een jaar of vier ongeveer. Vroeger hadden ze een winkel in de buitenwijken, maar daar waren ze uitgebonjourd toen één of andere winkelketen hun ruimte nodig had. De huurprijs werd zover verhoogd, dat ze hun biezen wel moésten pakken. Ja, die makelaar is dezelfde schooier die hier de Drievriendenhof beheert.
"Ratten zijn het!"

"O, u dacht dat u bij de fotograaf hiernaast was? Nou daar mist u niks aan, hoor. Hebben we al de nodige klachten over gehoord. Was ook aan de drank. Zielige man."
Ze waren allebei al een eindje in de zeventig. De fotograaf bewoog zich wat moeizaam. Hij kampte met de naweeën van een verbrijzelde knieschijf.
"Je kan zonder, maar vraag niet hoe!"
"Een ongeluk?", vroeg ik.
"Gevallen met de motorfiets".

Ondertussen ging het maken en afdrukken van de foto's gewoon door. Ze zagen er prima uit. Voor zover dat mogelijk is, met mij erop; het leek wel of ik ondertussen ècht achtenvijftig was.
Toen ze in een mapje werden geschoven, werd ik gewezen op de tekst waarmee het getooid was. 'Genomineerd voor Pasfotograaf van het Jaar', stond erop. "Door mijn vrouw ontworpen".
Ik vroeg wanneer de uitslag was.
"Die is al geweest. We zijn derde geworden".
Het klonk teleurgesteld. Hoeveel fotografen hadden er deelgenomen? Ongeveer duizend, zo bleek. Dan konden ze toch best blij zijn met die derde plaats, vond ik. Nou ja; dat zou dan wel.
"Voor de omzet heeft het niks gedaan".
Waarmee we op de crisis en de gevolgen voor de fotohandel kwamen.
Ik keek op mijn horloge. Half drie. Ik moest maken dat ik in Rotterdam kwam.
Onder het excuus dat ik naar "een afspraak" moest, maakte ik me uit de voeten. Het woord 'wortelkanaalbehandeling' zou me ongetwijfeld nog ruim een kwartier in de zaak hebben gehouden.

Ik haalde het nèt.
Nadat ik me bij de endodontoloog had verontschuldigd voor het gegeven dat ik van tevoren wegens tijdnood mijn tanden niet meer had gepoetst en hij zijn schouders daarover had opgehaald, begon de behandeling. Die verliep zoals verwacht: ik zat opnieuw een uur en een kwartier met mijn mond open.
Weer buiten had ik ineens tijd om nog even van het mooie weer te genieten. De studentes van de kunstacademie, die schuin tegenover station Blaak zit, leken ineens ook een stuk mooier dan de vorige keer.

Ondertussen ben ik thuis en is de verdoofde kaak weer ontwaakt. Ik ga maar eens een potje koken.
Sinds de fotograaf komt steeds hetzelfde melodietje bij me op.
'I read the news today, oh boy.. About a lucky man who made the grade..'




Geen opmerkingen:

Een reactie posten